Het leven en werk van Samuel Hahnemann
1755 - 1843
Inhoud Deel 1 De eerste levensjaren De student Het begin van de praktijk Het begin van het familiale leven De kiem van de homeopathie Verder zoekend dolen Deel 2 Het begin van de bekendheid Schrijven en experimenteren Het begin van de onderwijs in de homeopathie Het dagelijkse leven Afwisselend verdrietig en gelukkige momenten Deel 3 Eerste groot succes voor de homeopathie De eerste homeopathische kliniek Een tweede jeugd De laatste jaren Het einde van Samuel Hahnemann en de gebeurtenissen nadien Verblijfplaatsen Hahnemann
Eerste groot succes voor de homeopathie
In 1831 heerste een cholera-epidemie in Europa. De officiële geneeskunde vond aderlatingen nog altijd de beste therapie voor zulke aandoeningen. Eens te meer ging Hahnemann in de aanval tegen zulke praktijken en publiceerde vier brochures over de behandeling van cholera. Hij beschreef drie homeopathische remedies voor die epidemie, nl. Veratrum album, Cuprum en Camphora. Er zijn statistieken die de resultaten van de behandeling kunnen vergelijken. Van de patiënten die volgens de officiële geneeskunde behandeld werden stierven er 50 %, van hen die zich homeopathisch lieten behandelen stierven er amper 3 %. Over heel Europa is bij die epidemie de homeopathie zeer veel toegepast geweest. Behalve de homeopathische remedies adviseerde Samuel Hahnemann heel strikte hygiënische maatregelen bij het verzorgen van de patiënten en ook een streng dieet. Maar niettegenstaande deze successen bleven de tegenstanders van de homeopathie hardnekkig bij hun standpunt en ze konden Heinrich, de nieuwe groothertog, overtuigen de verkoop van de vier brochures over de cholera te verbieden.
Een nieuw familiedrama viel Samuel zwaar. Zijn vijfde dochter, Frederica, werd vermoord in de tuin van haar huis nabij Leipzig. Ze leefde er alleen want haar tweede man was pas overleden. Maar Hahnemann moest verder in zijn gevecht voor de ontplooiing van de homeopathie. Samuel associeerde zich met een jonge Duitse arts, Dr. Gottfried Lehmann en ze hadden samen veel succes. Tezelfdertijd bereidde Hahnemann de vijfde editie van zijn Organon voor. Hierin schreef hij over de levenskracht, de Dynamis, die in evenwicht moet gehouden worden om gezond te blijven. (§9)
De eerste homeopathische kliniek
In diezelfde periode werd de eerste homeopathische kliniek geopend in één van de randgemeenten van Leipzig. Dat liep echter uit op een drama. De artsen die door de Vereniging van Homeopathische Artsen waren uitgekozen, bleken niet het beleid te voeren dat Hahnemann gehoopt had. Zij volgden zijn leer niet en zijn wantrouwen werd bewaarheid toen hij hoorde dat ze in die kliniek een behandeling met bloedzuigers hadden uitgevoerd. Hahnemann reageerde furieus. In de volgende jaren wisselde de directie van het ziekenhuis verschillende keren maar toch ging het van kwaad naar erger, tot de kliniek uiteindelijk failliet ging in 1842.
Op 8 oktober 1834 kwam vanuit Parijs een dertigjarige vrouw aan te Köthen. Mélanie d'Hervilly-Gohier, dochter van Graaf d'Hervilly, wilde zich door Hahnemann laten behandelen voor een depressieve toestand veroorzaakt door de dood van verschillende vrienden. Na drie maand behandeling was Mélanie genezen, maar ze had het hart van Samuel veroverd. Zij had reeds een tweetal relaties gehad met oudere mannen, onder wie de beroemde schilder Léthière, die Mélanie had leren schilderen. De vrienden en familie van Hahnemann waren niet opgetogen met die relatie, maar toch beslisten Samuel en Mélanie te huwen op 18 januari 1835 in Köthen. Hahnemann wou daar blijven, maar Mélanie overhaalde hem om te vertrekken naar Parijs. En dat gebeurde op 7 juni 1835. De reis duurde 14 dagen. Samuels twee achterblijvende dochters voelden zich in de steek gelaten. Ook financieel werden ze benadeeld. Nochtans had Hahnemann vóór zijn huwelijk een testament gemaakt waarbij hij al zijn bezittingen zou overlaten aan zijn kinderen en kleinkinderen. Maar Mélanie zorgde ervoor dat Samuel, kort vóór hun vertrek naar Parijs, zijn testament liet aanpassen in haar voordeel.
Zo arriveerden Samuel en Mélanie in Parijs op 21 juni 1835. Hier zorgde Mélanie ervoor, via haar invloed in de hogere kringen, dat Hahnemann vrij de homeopathie kon uitoefenen. Hij hield praktijk en Mélanie assisteerde. Maar ook zij gaf consult, wat natuurlijk illegaal was. Er was een toeloop van patiënten. Samuel en Mélanie hadden een gelukkig leven. Maar weer sloeg het noodlot toe. Eind 1837 ontving hij het bericht dat zijn dochter Eleonore gestorven was. Haar lichaam was gevonden in een meer nabij Köthen. Het was niet duidelijk of ze vermoord werd of zelfmoord had gepleegd.
Op 10 augustus 1839 werd het 60-jarig jubileum van Hahnemanns afstuderen gevierd. Hiervoor kwam zijn derde dochter, Amalia, op bezoek. Het werd nogmaals een groot feest.
Hahnemann begon aan de zesde revisie van zijn Organon in 1840 en beëindigde die in februari 1842. Hij dacht ook aan de toekomst van Mélanie. Samuel schreef naar zijn leerling Hering in de USA om een diploma van zijn homeopathische school voor Mélanie te bekomen.
Op 10 februari 1841 kreeg Samuel de titel van ereburger van Meissen.
Halfweg april 1843 kreeg Samuel af te rekenen met een zware longontsteking. Elk jaar had hij trouwens last van de luchtwegen. Hij was een pijproker. Mélanie verwittigde Samuels dochters in Köthen van de ernst. Amalia kwam weer op bezoek, nu samen met haar 17-jarige zoon Leopold Suss, die geneeskunde studeerde. Haar reis verliep nu makkelijker omdat er recentelijk een treinverbinding was aangelegd.
Het einde van Samuel Hahnemann en de gebeurtenissen nadien
Op 2 juli 1843 om 5 uur stierf Dr. Samuel Hahnemann. Op 11 juli werd zijn lichaam bijgezet op de begraafplaats Montmartre in het graf waar de twee andere mannen in het leven van Mélanie, de schilder Léthière en de consul Gohier, al een laatste rustplaats hadden. Het was een uiterst sobere begrafenis. De wens van Hahnemann was dat er op zijn grafsteen een inscriptie zou gegraveerd worden: "Non inutilis vixi", wat betekent "Ik heb niet nutteloos geleefd". Maar Mélanie keek niet meer om naar het graf en liet het overwoekeren. Ook de overblijvende familieleden van Samuel liet ze in de kou staan. Ze hield niet alleen de volledige erfenis voor zich maar ook alle geschriften, correspondentie en aanwijzingen van Hahnemann. En, wat erger was, de nieuw aangekondigde zesde editie van het Organon wilde ze niet lossen. Ze dacht uit dit alles nog veel munt te slaan. Mélanie besloot de homeopathie in de praktijk voort te beoefenen en dat maakte haar zeker niet geliefd bij de leerlingen van Hahnemann.
Het is Dr. Von Bönninghausen die in de jaren 1850 herhaaldelijk bij Mélanie heeft aangedrongen om de geschriften van Hahnemann te kunnen bekomen. Zijn pogingen waren tevergeefs ondanks veel beloften van Mélanie. Mélanie zelf overleed op 27 mei 1878. Zij werd juist links begraven van het graf van Samuel dat nog steeds geen inscriptie had. Het is slechts op 24 mei 1898 door toedoen van een comité van Amerikaanse homeopathische artsen het stoffelijk dat de stoffelijke overschotten van Samuel en Mélanie zijn overgebracht naar een waardige begraafplaats op Père-Lachaise in Parijs. Op 21 juli 1900 is dan een prachtig monument geplaatst met een inscriptie en met bovenop een buste van Hahnemann ontworpen door David d'Angers. Dit monument is nog altijd een bezienswaardigheid op Père-Lachaise.
In Washington DC is in diezelfde periode een memoriaal ter ere van Hahnemann gebouwd.
Na veel onderhandelingen is uiteindelijk de langverwachte zesde editie van het Organon kunnen verschijnen in 1921. Zo werden het leven en het werk van Hahnemann bekroond.
1. Meissen: 10/4/1755 - juli 1775 2. Leipzig: juli 1775 - 1777 3. Wenen: 1777 - najaar 1777 4. Hermannstadt: 3/10/1777 - december 1778 5. Erlangen: januari 1779 - zomer 1780 6. Hettstedt: zomer 1780 - lente 1781 7. Dessau: lente 1781 - winter 1781 8. Gommern: winter 1781 - 1784 9. Dresden: 1784 - 1789 10. Leipzig: 1789 - lente 1792 11. Georgenthal: lente 1792 - lente 1793 12. Molschleben: lente 1793 - april 1794 13. Bad Pyrmont: mei 1794 - begin 1795 14. Braunschweig: begin 1795 - juni 1796 15. Wolfenbüttel: juni 1796 - oktober 1797 16. Königslutter: oktober 1797 - zomer 1799 17. Altona: zomer 1799 - najaar 1799 18. Hamburg: najaar 1799 - 1800 19. Sankt-Georg: 1800 20. Mölln: 1800 21. Lübeck: september 1800 22. Machern: winter 1800 - 1801 23. Eilenburg: 24. Wittenberg/Elbe: 25. Dessau: 1803 - lente 1805 26. Torgau: lente 1805 - september 1811 27. Leipzig : september 1811 - juni 1821 28. Köthen : juni 1821 - 7 juni 1835 29. Paris: 21 juni 1835 -
Dr. Erwin Dœuvre
Bron: Hahnemann Aux confins du génie. Dr. Max Tétau.